Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Ruim een kwart van Limburgse vijfjarigen is te vaak afwezig op school
Eerste schooldag
In het schooljaar 2021-2022 ging 27 procent van de Limburgse kleuters onvoldoende halve dagen naar school. Daarmee scoren we het slechtst van alle Vlaamse provincies. “Terwijl de kleuterklas cruciaal is voor de ontwikkeling van taal en rekenen.”
Sinds 1 september 2020 is ieder kind in ons land leerplichtig vanaf vijf jaar. Voorheen was dat vanaf zes jaar. Om rechtstreeks te kunnen overgaan naar het lager onderwijs, moeten vijfjarige kleuters 290 halve dagen kleuteronderwijs volgen in een erkende school. Halen ze dat aantal niet, dan moet de klassenraad beslissen of ze kunnen overgaan. Een gemiddeld schooljaar telt tussen de 320 en 330 halve lesdagen.
In Limburg was in het schooljaar 2021-2022 bijna 27 procent van de 8.832 vijfjarigen minder dan 290 halve dagen op school. Dat blijkt uit een analyse van de cijfers van het Agentschap voor Onderwijsdiensten door Karolien Grosemans (N-VA), Vlaams Parlementslid en voorzitter van de commissie Onderwijs. In Brussel ging het om 30,5 procent, maar in Vlaanderen deed geen enkele provincie het slechter dan Limburg. In Antwerpen ging het om 26,5 procent vijfjarigen met onvoldoende halve dagen, in Oost-Vlaanderen 22,6 procent, in Vlaams-Brabant 21,9 procent en in West-Vlaanderen 19,1 procent.
“Onze eigen Vlaamse cijfers tonen aan dat een kind dat in de derde kleuterklas onvoldoende aanwezig was, vier keer meer kans heeft om in die derde kleuterklas te blijven zitten”, zegt Grosemans. “Het is niet 'gewoon maar' het kleuteronderwijs. De kleuterklas is cruciaal voor taalontwikkeling. Kleuterleerkrachten zijn op een speelse manier intensief bezig met taal en rekenen. Wie aan het lager onderwijs begint met een taalachterstand, dreigt die nog jaren mee te dragen.”
Leopoldsburg en Heers
Het is niet duidelijk waar die slechte score in Limburg vandaan komt. Leopoldsburg scoort het slechtst. Daar zou in schooljaar 2021-2022 maar liefst 46,7 procent van de 184 vijfjarigen onvoldoende aanwezig geweest zijn op school. Cijfers die schepen van Onderwijs Marleen Kauffmann (cd&v) erg verbazen. “We krijgen vanuit de overheid een lijst van kinderen die niet ingeschreven zijn in een erkende school. Vorig schooljaar hadden we zo drie probleemsituaties. Een onderwijsmedewerker gaat dan aan huis en probeert een oplossing te zoeken. Kinderen die wel ingeschreven maar onvoldoende aanwezig zijn, worden geregistreerd door de scholen. Vandaaruit heb ik alvast geen signaal gekregen dat er grote problemen zouden zijn.”
Op plaats twee staat Heers, waar 41,5 procent van de vijfjarigen te vaak afwezig was. “Problemen met leerlingen worden meestal besproken op klassenraden en met CLB's”, zegt bevoegd schepen Anneleen Vanherck (VLDUMONT). “Ik heb niet gehoord dat er problemen zijn, dus ik vraag me af of het cijfer klopt. Wel is het zo dat heel wat kinderen uit Heers in andere gemeenten naar school gaan.”
Huisonderwijs
Ook op het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) hebben ze de cijfers opgemerkt. “We hebben aan de administratie gevraagd om het uit te spitten”, zegt de woordvoerder. “Sinds dat jaar werd er een nieuwe norm gehanteerd en moesten vijfjarigen 290 in plaats van 250 halve dagen aanwezig zijn. Als je die nieuwe norm buiten beschouwing laat, is er weinig verschil met andere jaren. Bovendien zaten we dat jaar nog met corona. Maar aanwezigheid in de kleuterklas vinden we wel heel belangrijk. Het is cruciaal voor de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling.”
De minister heeft enkel zicht op leerlingen die helemaal niet in een erkende school zijn ingeschreven. “Maar dat is een kleine minderheid. Zij vallen onder het huisonderwijs en daar ziet de onderwijsinspectie op toe. We hebben onze administratie wel gevraagd om na te gaan wie die kleuters juist zijn. Pas dan kunnen we er iets aan doen.”
Sanne Deferme